.
Geef kinderen ook een kans om te sporten: Steun Right to Play en sponsor een Col
Home
In het Nieuws
Nieuws
Nieuwsbrief
Team
Route
Training
Sponsoring
Sponsors
Sponsor een Col
Goede Doel
Gastenboek
Kontakt
 
Team Coast-2-Coast
Right To Play
Links









Etappe 20
La Palud sur Verdon - Isola
162 km, 24,3 gem.

Wederom begon de etappe van vandaag eigenlijk gisteren al. Uit eten in La Palud sur Verdon, om daarna in het café Nederland-Argentinië te kijken. Beide teams al door, dus echt belangrijk was het niet. Maar toch moet je zo'n wedstrijd afkijken, al is het maar om Nederland mentaal te steunen, zeker als alle aanwezige Fransen duidelijk (en onverklaarbaar) voor Argentinië zijn. Luc, Lars, Tom en Jeroen dachten hier toch anders over en verlieten het veld moe maar voldaan tijdens de pauze. Afhakers. Rene en ik lieten de jongens niet in de steek. Er werd nog een weddenschap gesloten met onze Franse vrienden, maar de 0-0 gaf ons geen winst. Trouwens vreemd dat Rene 0- 1 in het voordeel van Argentinië had ingezet. Blijkbaar was de steun aan de Nederlandse jongens ondergeschikt aan de blik op de jongens van de Franse dame die tegenover ons aan de tafel zat… Ik vraag me af of hij de eerste uren nog heeft kunnen slapen.

Na een zware nacht (dat rundvlees (of was het toch een duif) met pasta was niet helemaal lekker gevallen), mochten we vanmorgen eerst afdalen door de Gorges du Verdon. Blijkbaar lang onopgemerkt gebleven (en mind you, het is geen greppel op een boerenerf), maar nu (terecht) zeer toeristisch en een fantastisch mooi stukje Frankrijk. Na 5km een gemiddelde van 45.8/u. Leuk voor de statistieken, maar verder volledig onbelangrijk. Het zou alleen maar minder worden gedurende de dag.

Via Jabron (hoe kan je in vredesnaam een stempel halen in een dorp waar de laatste horeca-gelegenheden (en waarschijnlijk ook bewoners) 300 jaar geleden vertrokken zijn) naar de Col de Siron, een 0.6 die door een combinatie van tactisch inzicht en het juiste verzet met groot vertoon van macht werd gewonnen door René. Mooi.

Uiteindelijk in La Martre bij een uiterst aardig tentje gestempeld. Deur één voor de bar. Deur twee voor de winkel. Binnen komt alles weer bij elkaar, slechts door een tap en kassa gescheiden. Als we toch eens tijd hadden… Maar de koers gaat door. De pers wacht niet voor leuke tentjes (met uitzondering van Jean Nelissen. Maar ja, is dat de pers?).

De aanloop naar de Col du Buis was nog maar weer eens fantastisch. Jeroen's ezeltje kon zo weer uit de achterzak voor de Clue de St. Auban (D2211). De pijn in de benen is even weg als je de diepe gorge inrijdt. De kracht van het water heeft de keiharde rotsen in miljoenen jaren toch weten te verslaan. Prachtig.

De Col du Buis (2.1) en de Col de Felines (0.5) leverden weer het vertrouwde beeld op van de afgelopen dagen. Beide cols trakteerden ons op dubbele !! à steil dus. En dat bleek. 16-17% op de steilere stukken. Pittig. Datzelfde geldt voor de afdaling van de Col du Buis, die het uiterste vergde van onze daalcapaciteiten en remblokken. De temperatuur bereikte alweer tropische waarden.

De afdaling van de Felines deed de pijn weer snel vergeten. Wat een perfecte afdaling naar Entrevaux – mooie, niet te steile weg met lekker liggende haarspelden. Een genot. Zeker als dit dan op een terrasje met een cola/capo wordt afgerond. Er moet trouwens wel een verbod komen op serveersters die met te strakke topjes en overdreven (kan dat eigenlijk wel?) inkijk vier wielrenners (en twee begeleiders) van cola, capo en waanideeën voorzien. We moeten nog 75km, waarvan 50 omhoog… Het is al zwaar genoeg, 20 dagen met zes/zeven kerels op pad.

Intermezzo Luc en Lars

Gisterenavond lekker met zijn allen uit eten geweest in het altijd gezellige La Palud. Heerlijk op een terras in het bruisende centrum waar uitgerekend vandaag een fete de musique werd gehouden, ofwel de plaatselijke bar annex restaurant heeft de geluidsboxen voor het open raam neergezet en de muziek denderde over de straat. Gelukkig werd dit pas gedaan nadat we de overheerlijke maaltijd hadden verschalkt. Het dessert hebben we binnen genomen tijdens het kijken naar Argentinië – Nederland. Gezellige boel binnen met fans voor Argentinië. Op Sandor en Rene na keerde iedereen in de rust naar de camping terug om lekker onder de wol te kruipen. Immers vandaag stond er weer een pittige etappe op de kalender.

De route van vandaag liep over het deel dat we al twee keer hadden gereden, maar dat nam niet weg dat het ook vandaag mooi was. We hadden met de coureurs afgesproken dat we hun zouden bevoorraden in Entrevaux, een plaatsje dat halverwege hun route lag. We zullen daarom dat plaatsje als breekpunt nemen.

De weg erheen leidde ons over een weg die we vandaag als aanbeveling willen geven in het eerste deel van de route, namelijk de D 955. De weg kronkelt zich langs Barrage de Castillon, een groot stuwmeer. Op ongeveer 30 a 40 meter hoogte loopt de weg langs dit meer. Het meer heeft allerlei uitlopers waar omheen gereden moet worden. Ik zou zeggen kleine fjorden alhoewel ik nooit in Noorwegen geweest ben, maar ik stel me dat zo voor. De uitzichten en de weg zijn bijzonder mooi. De route is mooi, maar alleen de naam al, Barrage de Castillon, doet het mooiste vermoeden.

De ontmoeting met de jongens vond plaats in Entrevaux. Heerlijk met elkaar een geweldig terras met mooi uitzicht!!!! gevonden.

Het plaatsje zelf is een oud vestingstadje. Er is zelfs nog een ophaalbrug voor je het stadje in kan, overigens lukt dat niet met een beetje personenauto laat staan de camper. Overigens vroegen we ons af of we überhaupt wel het stadje in konden. Luc heeft in ieder geval een paar foto's gemaakt van de ingang en de eerste smalle straatjes. Na de bevoorrading van de coureurs onze weg weer vervolgd over de N 202. Overigens voor een N- weg een hele mooie weg, maar vandaag niet om een erkenning van ons te krijgen. De reden, we hebben veel mooiere stukken gereden maar in hoofdzaak was de warmte de spelbreker. Het was boven de 35 graden. Zelfs de wind buiten de camper was warm tijdens het rijden en dan te bedenken dat de coureurs ook een stuk van deze weg moesten rijden. Ze klagen nog wel eens over het klimmen, maar nu is het boven waarschijnlijk aangenamer dan beneden.

Het tweede deel van de route na Entrevaux is de aanbevolen weg de D 2205. Deze weg was voor ons de start naar het noorden. Letterlijk en figuurlijk draaiden we de camper in noordelijke richting naar de grote Alpenreuzen. Het oprijden van deze weg was al geweldig. Lars reed vandaag en moest de camper zelfs een keer steken om goed voor de tunnel te komen waar de weg mee begon. Prachtig en spectaculair begin was het. Wat zich hierna afspeelde in en rond de camper was gewoonweg fantastisch. De weg slingert door een kloof langs een snelstromende rivier. De rotsen hangen veelvuldig over de weg, tunnels volgen elkaar op en de bergwanden zijn in de kleuren al prachtig om te zien, van geel naar rood tot aan donkerbruin. Langs de route veelvuldig werkzaamheden tegen gekomen aan de bergwanden. De weg is dan erg smal. Eén keer leverde dat een tafereel op waarbij de wegwerker een kraanwagen moest laten verplaatsen om ons door te kunnen laten. In de camper werd het stiller en stiller. De muziek, Cher-dag, ging uit en het genieten was in volle gang.

De camping in Isola ligt mooi. We werden heel erg vriendelijk ontvangen door een leuke Française die na rap Frans ook nog goed Engels sprak. Een mooie plek gevonden. Nu maar wachten op de coureurs.

Morgen gaat het weer beginnen. We gaan dan naar het dak van Europa, Col de la Bonette. We gaan dezelfde weg als de coureurs, dus de camper zal morgen naar 2715 m moeten klimmen. Wellicht kunnen we coureurs morgen boven weer ontmoeten.

Even een extra steuntje voor mijn zus Sylvia. Fijn dat je weer thuis bent en herstel lekker. Morgen gaan we ook voor jou naar het hoogste punt.

Vervolg heroïsch verhaal

Goed, na de ravitaillering (spelling ter info) bij de camper weer op pad richting Col de la Couillole , de hoofdmaaltijd van vandaag. Jeroen met “I saw the sign” van Ace of Base (600 keer dezelfde vier woorden), ik met Bat out of Hell van Meatloaf à iets toepasselijker. Vanmorgen tijdens het ploegenoverleg werd deze Col door René omschreven als een prachtige klim door een gorge die niet al te steil omhoog zou lopen. Dan een stukje dalen en nog een klein stukje omhoog. In mijn (naïve) gedachte dus een leuk, lekker klimmetje. Beetje simpel, als de waardering een 6.4 is, de nummer 11 van de 100 cols. Ben na bijna 2900km ook niet helemaal messcherp meer.
Na analyse van de kaart bleek dan ook dat we bijna 1350 meter moesten overbruggen in 28km. Stuk minder lekker. Zeker als je de gorge indraait en een bord aangeeft dat het 36 graden is. Geen wonder dat ik zweet als een ijsbeer in Mekka. En de klim moet nog beginnen. Een aantal wegwerkers kijkt ons ook aan met een blik van: “Welke imbeciel gaat op het heetst van de dag 28km klimmen in een bloedhete gorge zonder schaduw?” Eigenlijk ook wel een beetje mijn gedachte op dat moment.

Jeroen heeft aangegeven dat ik hem moet laten gaan, zodat we allebei op ons gemak naar boven kunnen. Ja. Leuk. Mijn idee was min of meer hetzelfde, maar dan dat Jeroen het gat snel groot moet laten worden, zodat we elkaar niet meer kunnen zien. Gevolg is dat we stiekem toch allebei ons eigen plan weer trekken. Wordt weer afzien.

In het wiel van Tom rijden we de eerste kilometers naar boven. Niet al te steil, maar bloedheet. René is dan al verstandig in eigen tempo naar boven aan het fietsen. Hij heeft zijn col vandaag tenslotte toch al binnen.

Gelukkig doemt na 6km mijn terrein op. Steile stukken met een paar haarspeldbochten. Op mijn bovenbenen kan je inmiddels een paar eieren bakken (sunny-side-up of overeasy, maakt mij niet uit. Spek en kaas? Het kan allemaal) en na de eerste steile meters komt kant en klare sambal uit mijn oren. Wat een bizar zware omstandigheden. Gelukkig ook voor Jeroen, die in 200m vijf liter vocht verliest. Hij moet Tom net iets eerder laten gaan dan ik.

Ik probeer in de acht zwaardere kilometers die volgen een ritme te vinden, maar ben eigenlijk zo'n beetje alles kwijt. Ik pak nog zes keer mijn kaartje om te kijken of het echt nog zo ver is, mijn bovenbenen ontploffen, tandjes achter zijn weer eens op, en mijn lichaam creëert een eigen gorge met het zweet van mijn hoofd dat via mijn bovenarmen naar mijn frame stroomt om vervolgens via de bidons op het smeltende asfalt uiteen te spatten. Het valt niet mee om in deze omstandigheden ook nog te genieten van de bijzonder mooie Gorges du Cians. Het rode gesteente torent hoog boven me uit. Ik ben maar een nietig wielrennertje in dit schouwspel van prehistorische erosie. Het kolkende riviertje rechts lonkt met haar koele water. Maar ik moet door.

In de beschrijving staat dat we de tunnels moeten mijden, omdat de oude weg eromheen spectaculair is. Ja, lekker lullen vanachter een pc als je de route uittypt, maar als je de kans krijgt deze bakhoven 210 meter te ontvluchten door een koele tunnel in te rijden, dan is de keuze niet moeilijk. De eerste tunnel rijdt ik dan ook vol genot binnen. Heerlijk, maar meteen maak ik me zorgen over de warme deken die over me heen zal vallen als ik de tunnel weer uitrijdt. Het valt gelukkig mee.

Ik kan inmiddels ook in een ritme komen en bewonder (a la Tim Krabbé in De Renner) mijn door de zon gebruinde en door zweet glimmende polsen. Prachtig eigenlijk. Polsen zijn mooi. Geschoren benen die zich aanspannen als je op de trappers gaat staan zijn ook mooi. Ik ben één met de fiets en de natuur. De volgende tunnels besluit ik dan ook te mijden en ik gebruik de oude weg om nog meer één te zijn met de gorge. Rotsen hangen over de weg en de gorge is op deze plekken spectaculair smal. Wat kan fietsen toch mooi zijn.

Na 8km vlakt de weg wat af en rijd ik gestaag richting Beuil. Als het dorp opdoemt, krijg ik eerst het idee rond te fietsen in de Efteling. Het dorp ligt sprookjesachtig op een berg en vormt een Anton-Pieck achtig tafereel. Wat een verschil met de armoedige dorpjes in de Pyreneeën.

Na Beuil is het nog 7km klimmen, dalen, grote blad en steil omhoog voor de col in zijn geheel is bedwongen. Tom is een paar minuten boven (heeft nog even water in een hotel gehaald) en we besluiten meteen af te dalen, om niet te veel af te koelen.

Het afdalen levert bijzondere vergezichten op en de kleine opstaande randjes vormen een perfecte schans om bij een stuurfout 300m naar beneden te storten. Ik bereken al hoeveel binnen- buitenbanden we nodig hebben als ik me toch onderweg naar beneden na 10m aan een tak kan vastgrijpen. En zou Tom de genoemde buitenbanden snel met de bandenlichters van zijn oververhitte velgen kunnen liften. Het blijft gelukkig bij theorietjes.

Na de afdaling mogen we nog 15km vals plat omhoog naar Isola om na weer eens bijna zeven uur fietsen op de mooie camping aan te komen.

We zijn in de Alpen. Mooi.

Quote van de dag: De afdaling is de beloning van een zwaar bevochten beklimming. Geniet ervan (Sandor).

Afdalen – Technieken en tips.

Na de afdaling van de Mt Ventoux zijn de discussies over het afdalen opgelaaid en zijn met name Jeroen en ikzelf met verschillende afdaaltechnieken aan de slag gegaan. Hieronder een aantal voorbeelden en voor-/nadelen:

•  Klassieke houding – één been naar beneden, handen in de beugels (nooit op de grepen. Je fiets is geen pony). Zeer stabiel en perfect bij afdalingen met veel links/rechts combinaties (al dan niet haarspeld). Dames: bij veel renners het favoriete standje.

•  Zwevende houding – licht zwevend boven het zadel, benen parallel in de pedalen. Ideaal op slecht wegdek met onoverzichtelijke bochten.

•  Voorwaartse druppeltechniek – vergelijkbaar met klassieke houding, maar onderarmen op het stuur en de handen in een punt. Beperkt praktisch nut. Pas ook op met bezwete polsen à niet helemaal stabiel.

•  Achterwaartse druppeltechniek – handen in beugels, buik op zadel, benen gestrekt in verlengde van de bovenbuis. Absoluut af te raden. Ik eindigde in de berm bij eerdere testsessies.

•  Achterhang – kont achter het zadel laten hangen en handen in beugel (stabiel) of bovenop stuur (stroomlijn). Komt van pas in lange rechte stukken die niet bij te trappen zijn.

•  Zijzit (links danwel rechts) – Kont resp. links of rechts langs het zadel, handen in de beugels. Extreem lage en compacte zit. Hoofd komt net boven stuur uit, dus zeer gunstige cw waarde. Nadeel: ziet er niet uit. Nog een nadeel, bij kort op elkaar volgende bochten kan zowel bovenbuis als zadel een potentieel gevaar voor de kinderbijslag zijn.

Even over de gevaren – Afdalen is gevaarlijk. Punt. Kunnen we lang en breed over lullen, maar als je daalt, heb je een hoge snelheid en een hoge snelheid is per definitie gevaarlijker dan een lage snelheid. Geloof me, ik kan het weten. Maar als je niet van je fiets wil vallen, moet je gaan bridgen.

220km/u in een 3 maanden oude 520d (BMW voor de dames) op een lege Duitse snelweg is veiliger dan 100km/u in de spits over de vluchtstrook van de A2 in een 25 jaar oude fiat panda. Zo ook met fietsen. Een racefiets is gebouwd om stabiel met hoge snelheden om te kunnen gaan (vergelijk de eerder genoemde 520d). Jeroen, René, Tom en ikzelf zijn allemaal ervaren renners met een gedegen en uitgebalanceerde afdaaltechniek (ik heb het allemaal al van een afstand in week 1 geanalyseerd), die exact weten waar de risico's liggen en voor zichzelf realiseren hoe ver ze kunnen gaan. Die combinatie maakt het mogelijk om met hoge snelheden relatief veilig af te dalen. Daarnaast wijzen wij elkaar continue op potentiële gevaren in of op het wegdek (stenen, gaten, verkeer, bochten, etc.). Veiligheid staat ook bij ons voorop.

Een onervaren renner/fietser/toerist (zoals ook wij geweest zijn) met minder materiaal- en afdaalkennis (de Fiat Panda) vormt een groter gevaar voor zichzelf.

Natuurlijk, we zijn niet alleen op de weg. Maar je weet alleen zeker dat je niet van je fiets af valt, als je er niet op stapt.

Cheers
Sandor

Nr. Cols Sponsors Opmerkingen
99 Col de Siron Siem en Marianne Eindelijk pakt Rene de punten, Sandor heeft het geprobeerd
100 Col du Buis (!!) Jack van 't Pad Erg steil!
101 Col de Felines (!!) Wederom erg steil! Terechte dubbele uitroeptekens
102 Col de la Couillole Joris Aarts Schitterende klim door een Gorges, alleen snikheet.

Terug naar etappe verslagen >>

Goede doel:


Sponsors:

Arval beheert als leasemaatschappij wagenparken van circa 20 tot 2.000 auto's of zelfs meer.