.
Geef kinderen ook een kans om te sporten: Steun Right to Play en sponsor een Col
Home
In het Nieuws
Nieuws
Nieuwsbrief
Team
Route
Training
Sponsoring
Sponsors
Sponsor een Col
Goede Doel
Gastenboek
Kontakt
 
Team Coast-2-Coast
Right To Play
Links









Etappe 16
Brusque - Verbron
165 km, 23,4 gem. à bijna 7uur op de fiets…

Prémezzo Luc en Lars
Ondertitel “Zien en Afzien”

Jawel hoor, koud was het stukje van gisterenavond af en klaar om te verzenden komt de plaatselijke belastinginner van de gemeente Brusque om toch geld van ons te vragen voor het verblijf op de camping. Dus toch niet voor niets, maar wel tot nu toe de goedkoopste. 15 Euro voor zes personen met stroom, niet gek toch.

Zoals jullie gisteren in het dagverslag hebben gezien is er een knip-sessie gehouden. De tondeuse heeft goed zijn werk gedaan. De foto spreekt voor zich. We laten nog even in het midden hoe de groep buiten Tom, Lars en Sandor er nu uitziet. “Strak” in ieder geval…

Het dynamisch duo had gisterenavond met het team overlegd waar we zouden overnachten. De planning was Vebron, maar volgens internet zou die camping dicht zitten. Afgesproken was dan evt. door te rijden naar Barre, weliswaar met een extra klim maar dat mag de pret van deze dag niet drukken voor de coureurs, immers er hoefden maar 10 Cols volgens het schema beklommen te worden. Wij zagen al weer een vervelende namiddag voor ons opdoeken door langdurig te moeten zoeken naar een camping. Hoe anders pakte dit uit.

De laatste dagen hebben we er een gewoonte van gemaakt uit ons route een paar wegen te halen die we graag aan een ieder willen aanbevelen. Vandaag zijn we naar Millau gereden om de grootste brug van, in ieder geval, Europa te bezichtigen. Sandor wilde daar tevens graag filmopnamen van. Zo gezegd zo gedaan. Via de D992 kom je onder het viaduct en kun je het immense bouwwerk vanaf een soort Neeltje Jans (een parkeerplaats waar een expositie over de tot standkoming van het viaduct wordt gehouden) bezichtigen.

Vervolgens is het nog 4 kilometer rijden naar het leuke stadje Millau. Navigator Luc had gisteren de route samengesteld voor chauffeur Lars. Hierbij was Lars een prachtige weg in het vooruitzicht gesteld. Dat was het zeker. De D907 en de D966 zijn in onze ogen de mooiste wegen geweest die we vandaag hebben gereden. De route loopt van Millau naar onze camping dwars door de Gorge du Tarn, langs de Jonte en door Meyrueis. Luc kreeg met name op het eerste deel een deja vu. Jaren geleden hebben we eens gekampeerd in Riviere sur Tarn, uitzonderlijk mooi gelegen aan de rivier de Tarn met daarin enkele prachtige stroomversnellingen. Het hele gebied wordt dan ook gekenmerkt door de verhuur van kajak en kano.

Terug naar de route. De weg is een uitdaging om te rijden, het grootste deel is zo smal dat je hoopt geen groot voertuig tegen te komen. Je kronkelt langs de rivier de Tarn en later langs de Jonte en klimt daarbij naar grote hoogten om die vervolgens ook weer af te moeten dalen. Langzaam rijden met onze bijna vrachtauto is het devies en ja hoor na een onoverzichtelijke bocht een tegenligger die kennelijk toch te hard naar beneden reed met, ja je leest het goed, een knots van een caravan. Gelukkig was onze snelheid wel in orde en konden we met handig stuurwerk van Lars, langs het randje van de weg (dus van de Gorge) langs de auto met caravan komen.

De camping zoeken bleek gelukkig geen probleem te zijn, zoals wel werd verwacht. Vebron is een klein plaatsje met een paar huizen en een kerk. De weg is smal en vlak voor het verlaten van het dorp zagen we een verlaten camping. Gelukkig liep de vermoedelijke eigenaresse rond en mochten we met de camper een plaatsje zoeken op een enorm veld, sterk aflopend naar kennelijk een droogstaande rivierbedding of iets dergelijks. Het betrof een weide waar de stroo-rollen nog op lagen. Volgens de eigenaresse was het rijden met de camper op de weide geen probleem. De ondergrond is hard en het gaat niet regenen. We hebben voor alle zekerheid wel gevraagd of er een trekker zou zijn, maar dat zou absoluut niet nodig zijn. Hopen maar dat het goed komt aangezien we helemaal onder aan de camping staan waar stroom is en rechte plekken zijn.

Dit keer is er sprake van een ondertitel bij ons deel van het verslag. De toelichting is dat wij veel te zien hebben en dat ook wij regelmatig moeten afzien. Zelfs vandaag was het best afzien voor het dynamisch duo, immers de warmte in de Gorge du Tarn is te vergelijken met die van een electrische deken op de hoogste stand en daar komt dan nog eens de concentratie bij die nodig is om de camper veilig langs de mooie plekjes te loodsen. Wat het afzien betreft denken we op dit moment, vanuit onze luie stoel op de camping, dat de coureurs vandaag geen makkelijke dag zullen hebben. We zien uit naar hun verhalen.

Het heroïsch verslag.

Vandaag 165km. Ver, erg ver. Zwaar ook, erg zwaar. Maar vooral ook een Dali-dag. Bekend van zijn bijzondere tekeningetjes waarin niets lijkt wat het is. Prachtig, maar ook beangstigend. Nou, hij had vandaag z'n hart op kunnen halen:

Het leek te gaan regenen, maar het werd een zinderend hete dag (interessant hoe je de positief onthaalde eerste zonnenstralen 40 minuten later al weer kan vervloeken). Tom leek een moeilijke dag te hebben, maar kwam weer eens Rexona-fris aan de streep. De 3 e categorie klimmetjes liepen van lang en een paar % tot 5km en serieus steil. In een door God verlaten dorp werden we opeens verrast door een in bikini gekleed poppetje (daarover later meer). Een prachtige omgeving met een verschrikkelijke klim. Een Teletubbie-omgeving met een verrassend snelle afdaling. Het kon blijkbaar allemaal vandaag.

Vanmorgen was het geen feest op de camping. Tom en ik waren nauwelijks wakker, er vielen een paar druppels regen, Rene had verstandig de armstukken aangedaan (in ieder geval voor de eerste 30min.) en alleen Jeroen leek scherp te zijn. Zelf weinig van gemerkt. Ik sliep nog.

Tom gaf ook aan niet helemaal lekker te zitten, dus er waren kansen om het klassement op z'n kop te zetten. Hele kleine kansen, naar later bleek.

De eerste col kwamen we tegen na 16km. Col de Notre Dame was 5km lang en niet erg steil. Het peloton reed en-groupe omhoog, tot Rene mij (in de staart van de groep) een teken gaf. Hij liet zich licht terugzakken en accelereerde vervolgens als een 911 bij de mannen vandaan. Jeroen kon dit niet zomaar laten gaan (een laffe actie noemde hij het later in een emotioneel interview met de plaatselijke pers. Je mag de leider pas aanvallen als ie een hele week ziek is, anders ligt het klassement veel te lang vast!?) en klapte erachteraan. Tom en ik aanschouwden de strijd op afstand. De motor van Rene blies zich na zo'n 500m op, waarna bleek dat de top toch nog een km verder lag. Een kostbare misrekening. Jeroen profiteerde hiervan en pakte de 4 e categorie.

De eerste serieuze klim, Col du Perthus, was een 2.0 van 7km en kwam weer op naam van Tom, voor Jeroen. Ik werd gelukkig opgehouden door een kudde schapen die besloten had de weg over te steken. Een mooi excuus om geen strijd te hoeven leveren. Ze hadden van mij wel twee dagen op die weg mogen blijven hobbelen… Rene was nog aan het herstellen van de “Puy-Marie” inspanning op col 1, dus ik kon rustig peddelend de klim afronden.

Na een fantastisch, zo uit Harry Potter getoverd weggetje werd begonnen aan de Cote de St. Pierre. Ik voelde me inmiddels iets beter en besloot zo lang mogelijk bij Tom in het wiel te blijven. Dat lukte redelijk. En had natuurlijk tot gevolg dat de toerenteller het rode gebied in ging. Verder wel een prachtig mooie klim, en omdat Jeroen het wat kalmer aan deed, konden we allebei wat herstellen. Er zouden nog wat zware colletjes komen.

Dan, Madieres. Een nietszeggend door God verlaten plaatsje. Een overstekende koe zou de tweewekelijkse editie van het plaatselijke blaadje kleur geven. Madieres is dood. Morsdood. We haalden nog wat water uit een “eau potable” tap en maakten ons klaar voor de klim. Dan komt plotseling het eerder genoemde poppetje uit het niets en in bikini de straat oplopen om vervolgens een paar meter verder een ongedefinieerde deur binnen te gaan. Consternatie in het peloton. Ploegleiders roepen vergeefs om organisatie in de gelederen. Was dit een massale fata morgana? Of was dit het beloofde Zweedse materiaal? En zo ja, waar was dan de rest van de bus? Er werd nog wat gezwaaid, gekeken en geroepen.

Inmiddels vraag ik me af of het echt gebeurd is. Kunnen we dit scharen onder visioenen van Olifanten, Tijgers en Beren? Hoe dan ook, boordevol motivatie begonnen we aan de Cote de Madeires. Hoe moeilijk kon die 1.9 nu nog zijn…? Dit bleek 50m verder toen we links een klein weggetje opdraaiden met een fors stijgingspercentage. En dan ook nog eens 5km lang. Welke gek had deze berg een 1.9 gegeven? In de moordende hitte (de blaren staan inmiddels ook op mijn armen) op de 26 omhoog. Gelukkig te steil voor Jeroen, die zelfs zijn nieuw ontwikkelde techniek hier niet toe kon passen. De strijd om de 2 e plaats was dientengevolge beperkt, de inspanning des te meer. Gesloopt door de klim en de zon besloot ik rustig door te rijden en af te dalen naar de voet van de volgende klim.

Daar kon ik even wachten op de rest en viel als gevolg van de inspanningen de afgelopen twee weken bijna in slaap hangend op mijn moegestreden Vicini. Nog ruim 60km, waaronder de Col du Minier, een vijf-punt-nul van ruim 20km (gemiddeld 5%). Een terechte eerste categorie. Papa wil slapen.

Goed, wederom werden we via een pittoresk weggetje van 15% richting de col gestuurd. Mijn lichaam was tijdelijk moegestreden en als derde sloeg ik rechtsaf voor de laatste 20km van de klim. Tom en Jeroen waren al lang en breed verdwenen. Al snel kwam ook Rene hard voorbij. Ik geloofde het wel. Mentaal en fysiek op besloot ik het rustig aan te doen en op een meter of 100 achter Rene te blijven hangen. Geen Olifanten of Beren dit keer, maar na een kilometer of 3 klimmen wel een gedachte aan Tim, die zo natuurlijk nooit trots kon op z'n papa. Gvd, dan de 19 er maar op. Rode lap en trappen, niet zeiken. Papa is toch geen mietje. Langzaam werd het gat met Rene kleiner. Wat rijdt die kerel ineens hard. Maar niet hard genoeg… Papa heeft een doel.

Bij Rene aangekomen, besloot ik om wat gas terug te nemen. Maar helaas, verderop zag ik plots twee gele shirts rijden. Fuck. Moet dus door. De toerenteller ging weer naar het rode gebied en redelijk snel kwam ik in de buurt van Jeroen. Op 50m blijven hangen om even op adem te komen en de hartslag te verlagen tot onder de 180, anders zou ie zeker weer bij me wegklappen. Ik ken onze klappeur inmiddels een beetje. Maar hij wachtte bewust, dus het gat werd gedicht en gezamenlijk reden we een paar kilometer richting de verlossende top. Met nog een kleine 7km te gaan, nam Jeroen de kop over en gaf lichtjes gas. Weer fuck. Blijkbaar was hij wat bijgekomen en begon ik de controle over de wedstrijd te verliezen. Ik had geen keus meer. Ik schakelde naar de 19 en zette aan. Vrij snel werd het gat een meter of 30, 40. Dit moest pijn doen bij Jeroen. Bij mij helaas ook. De volgende km bleef het gat ongeveer gelijk. Ik rijd boven de 20 en het gat blijft gelijk. Wat bezielt die kerel? Wat bezielt mij? Wat is het nut van elkaar helemaal naar de klote te rijden op een onbekende vijf-punt-nul als overmorgen de Ventoux op het programma staat?

Nog een km vol doortrekken dan maar. Op zo'n 4-5km van de top besloot ik dat het mooi was geweest. Kutberg (sorry), kut 100-cols (weer sorry). Op dat moment kijk ik om en realiseer me dat Jeroen net daarvoor al besloten heeft een tandje terug te doen. Gelukkig. Ik geef nog een keer gas om het gat iets comfortabeler te maken en consolideer vervolgens op de 21. De 2 e plek op de Minier is binnen. Het compleet opgeblazen gevoel ook. Morgen echt een rustige dag, anders trekt papa het niet tot aan Saverne (nog 12 dagen fietsen bij ons vandaan).

Goed om te horen dat ook Jeroen kapot en gesloopt is. Helaas is dat waarschijnlijk bij hem morgen al weer over.

In het ski-dorpje L'Esperou vullen we (Jeroen en ik, Tom is al door) water bij en wachten even op Rene om gezamenlijk en vooral rustig de Mont Aigoual te beklimmen, de laatste col van de dag met een prachtig decor op de top à kasteel en fantastische vergezichten. De al dagen lopende discussie tussen Rene en Jeroen of de Mont Aigoual nu wel (Jeroen) of niet (Rene) wordt beschreven in “De Renner” van Tim Krabbé is nog niet beslecht. Mocht iemand uitsluitsel hebben, dan lezen we het graag op het gastenboek.

De afdaling naar Vebron is briljant en de 80km/u wordt weer eens aangetikt. Het wegdek dit keer gelukkig niet.

Het was weer een warme, zware dag. Sixteen down, twelve to go. We komen er wel. Hoop ik…

Cheers,
Sandor.

Quote van de dag: "Natuurlijk denk je dat je de enige bent die pijn lijdt. Als het moeilijk gaat, wordt het gedachtekringetje klein." (Peter Winnen)

Nr. Cols Sponsors Opmerkingen
75 Col de Notre Dame

Peter en Marlène

Mooie aanval van Rene, afgemaakt door Jeroen
76 Col du Perthus Schapen verstoren wedstrijdbeeld
77 Cote de St. Pierre Annemieke Coldeweijer Mooiste klim van de dag
78 Cote de Madieres Steile klim, trok nog lang door bovenop
79 Col du Minier marieke, jan, julia, rijk en lieve Strijd tussen Jeroen en Sandor. Sandor geeft niks weg. consequenties volgen morgen.
80 Mont Aigoual Michel: Arval Bovenop kasteel gefinisht

Terug naar etappe verslagen >>

Goede doel:


Sponsors:

Arval beheert als leasemaatschappij wagenparken van circa 20 tot 2.000 auto's of zelfs meer.