|
Dag 7: Vrijdag 30 mei Allways look on the bright side of life. Met het uit
bed stappen vervliegt de hoop dat mijn rechterknie hersteld zou zijn.
Twee dagen geleden begon de pijn plotseling op te spelen. Ondanks de
pijn die dag toch nog 60 kilometer naar het motel moeten rijden. Gisteren
wederom heel wat pijnlijke kilometers gedraaid, 80 kilometer van de
80 kilometer. Afstappen was echter geen optie. Ik had 1 doel: San Francisco
halen. Daar heb ik sinds januari namelijk alles aan gedaan. Ik was de
eerste dagen ook vol goede moed, zowel mentaal als fysiek vlogen de
kilometers voorbij. Uiteraard was het zwaar en waren er wat pijntjes.
Maar dat is juist mooi, op de fiets afzien in een prachtige omgeving.
San Francisco kwam steeds dichter bij. Onze overnachting vindt plaats in Decatur, midden in de prairie. Redelijk schoon, maar wel een zeer louche motel. Vreemde figuren: grote negers, dikke Amerikanen, dikke, lelijke maar aardige vrouwen, je kunt het zo gek niet verzinnen. Ik ben veiligheidstechnisch samen met Sandor op zoek gegaan naar een telefooncel, niet gevonden overigens. Met zn allen hebben we op de buitenplaats gegeten onze ogen uitgegeken naar de louche taferelen. Later nog met grote ogen naar het natuurverschijnsel onweer gekeken. Al met al een lastige dag en het verlies van Rob is niet goed. Nawoord: snik. Weekverslag door Driveteam Hier dan het verhaal bezien vanachter de geblindeerde ruiten van onze Dodge 3.3 liter V6. We hadden keus uit maar liefst 2 kleuren Dodge Caravan. Na niet lang beraad werd anoniem besloten de grijze variant te nemen. Nu, na 7 dagen, is de originele kleur overigens niet meer te ontdekken, en is er een egale laag van stof, modder, stuifmeel en roadkill aangebracht. Tijdens de eerste echte etappe die gereden werd, op dag 2, werd duidelijk dat niet alleen de renners een zware klus te klaren hadden; het bleek dat je ook als begeleider het een en ander te doen had op zon dag. Onervaren als we waren die tweede dag, misten we het eerste rendez-vous met de renners. Wij stonden namelijk keurig met de proviand buiten de auto te wachten en oefenden de pitstop handelingen: zodat we in recordtijd de renners weer op weg zouden kunnen helpen. Echter: Ze kwamen niet! Paniek. Gelukkig kon een vrouw langs de route vertellen dat ze inderdaad een groep in het geel gestoken wielrenners voorbij had zien komen. Meteen schoten we de weg weer op, met het beeld voor ogen van een uitgedroogd, uitgehongerd, gedesillusioneerde groep mannen. Dit beangstigende gevoel dat we dat moment hadden, nam overigens met de dagen en dus ook met het aantal gemiste stops geleidelijk af, en inmiddels is het opsporen van de renners buiten de afgesproken punten tot een routinehandeling geworden. Het leven van een begeleider tijdens de trip bestaat uit rijden, dat wil zeggen cruise control aan- en uitzetten, dan wel kaartlezen. Verder halen we boodschappen, in de enorme supermarkten, doen we de was, in enorme wasmachines, en drinken we koffie langs de weg, uit enorme bekers. Quotes: Dag 7 - 30 mei 2003 |