|
Etappe 12 Eigenlijk begon de etappe van vandaag, gisteren al. Rond een uur of acht gooit Tom de knuppel in het hok. Hij loopt quasi-nonchalant richting washok met een fles met (wat later bleek) siroop. Bij terugkomst was de 2-liter fles tot de nok toe gevuld. Jeroen en ondergetekende raken wat nerveus en vragen om uitleg. Tom geeft aan dat hij zijn vochtgehalte gaat aanvullen, wat tot gevolg heeft dat binnen 30 seconden alle mannen nog licht verdwaasd met een gevulde 2-liter unit rondsjouwen. Die moeten voor tien uur nog even leeggetikt worden. Het leidt tot zeer vreemde blikken van mede-campers (die ook Brazilië-Kroatië zitten te kijken), als we zuchtend en kreunend weer een paar 100cc wegzetten en daarnaast tot massale plassessies in het holst van de nacht. Lekker beheerste actie weer. De ochtend verloopt zoals alle ochtenden. Jeroen en Rene pakken een douche (apart natuurlijk. Tenminste, dat laten ze ons weten). Tom, Luc en ondergetekende lopen wat onbijttechnische zaken te regelen (waaronder het opwarmen van de pasta van gisterenavond). Wilco is met persoonlijke verzorging bezig en Lars draait zich nog een keer om. De pillenparade loopt steeds soepeler. Tom tikt wat pijnstillers weg (om ons te laten denken dat ie last heeft van z'n knie), Rene en ik hebben een uitgebalanceerd pillendieet (muti-, energie-, magnesiumpilllen) en Jeroen slikt wat ie van mij krijgt. Voorlopig is ook dat nog uitgebalanceerd… Wilco houdt zijn pillenstrategie vooralsnog goed verborgen.
Goed, de etappe. We sliepen letterlijk onder aan de voet van de Tourmalet. Een 11-punts verschrikking. De één-na-zwaarste beklimming van de 100-cols tocht. 18km omhoog tegen 8% gemiddeld. Geen buitenblad materiaal. Al meer dan 60 keer opgenomen in de Tour. Een terecht buitencategorie. Een killer. Ideaal om in de ochtend koud van de camping mee te beginnen. Not. 300m infietsen blijkt wat kort voor 80% van de mannen. Niet voor Jeroen. Hij ruikt zijn kans en plaatst al in de eerste meters een aanval. Alleen Tom kan (in eerste instantie met moeite) volgen. De rest volgt in eigen tempo. Verstandig. De strijd om de tweede plaats barst goed los op zo'n 10km van de top, als ik eindelijk in het wiel van Jeroen kan komen. Tom is dan al een stuk vooruit (hoewel Jeroen mij nog gek probeert te maken dat ik makkelijk naar hem toe kan rijden als ik wat harder ga fietsen…). Ik ben trouwens al 2 of 3 keer eerder tot het wiel van Jeroen gekomen, maar elke keer trapt ie nog even op de kick-down en moet ik weer een paar meter toegeven. Uiteindelijk kan ik hem dan toch vanuit de flank passeren en langzaam fiets ik van Jeroen weg, totdat hij besluit om 6km onder de top nog een aanval te plaatsen. Lul (volgens Jeroen toplul). Ik merk het gelukkig net op tijd en kan versnellen voor ie te dicht bij komt. Gevolg is dat we allebei diep in het rood moeten en overal opeens bussen met Zweedes kentekenplaten zien. Vanaf dan is het man tegen man. 26 tegen 29. Vicini-staal tegen Look-carbon. Veloce tegen Centaur. Utrecht tegen Poppel. BMW tegen Alfa. En gezamenlijk tegen de Tourmalet. Mart (Smeets) wordt gek. Twee Nederlanders die strijden om een ereplaats op de puist van de Pyreneeën. Wat een prachtige beelden. Staand op de pedalen gutst het zweet van de gespierde lichamen. Vet wordt in rap tempo verbrand en oerkreten weergalmen tegen de machtige bergtoppen. Buizerds staken de jacht om dit gevecht te aanschouwen. Even terugschakelen, 10 meter extra pakken, en weer zitten. De hartslag loopt op tot ver boven het toegestane maximum. Begrenzers worden verwijderd om de laatste paar pk's aan te kunnen spreken. Het is een prachtige en eerlijke strijd die uiteindelijk in de laatste twee (steile) kilometers in mijn voordeel wordt beslist. Aan de blik van Jeroen is nu al te zien dat hij me vandaag nog gaat slopen. Keihard slopen. René volgt snel en na de nodige foto-sessies (de pers en het publiek willen ook wat) duiken we een prachtige afdaling in. Met snelheden van tegen de 80 halen we motorrijders en auto's in op ons nog geen centimeter breed contact met het asfalt. Je moet er niet aan denken, dat er een voorvorkje afbreekt of een bandje klapt... Of een campertje op de verkeerde weghelft zit. Onderaan de afdaling rechtsaf naar de Col d'Aspin. Tom en Jeroen klappen naar de voet van de Col. Een 3.1, die met de hitte voelt als minimaal een 4. En weer barst een strijd om de tweede plaats los. Ik zie dan al Olifanten en Tijgers om me heen vliegen, maar kan net voor Jeroen en Rene bovenkomen. Fysiek loop/fiets ik dan al op m'n laatste benen. Er wordt nog even besproken wie de vliegen van de koeien mag verdrijven, maar we besluiten deze activiteit uit te stellen en duiken naar Arreau voor een “capo” en cola. Intermezzo Luc en Lars De route voor de camper ging via Lourdes, overigens een prachtige autorit door een soort kloof vanaf Luz St. Saveur. Lourdes werd gepasseerd via een soort rondweg, dus van de plaats zelf hebben we niet veel kunnen zien. Overigens gingen er wel veel touringcars naar toe. Vanuit Lourdes via Tarbes in de richting Toulouse over de N117. Tot aan St. Goudens en dan weer over naar de N125-D125 richting ons einddoel in Luchon, camping Pradelonque. De N125-D125 is de weg die weer de bergen in gaat richting Spaanse grens. Je rijdt vervolgens weer tussen de bergen door. De hele weg bracht eigenlijk geen verrassingen op de N117 na. Al rijdende op deze weg bleek dat waarschuwingsborden stonden voor de hoogte, namelijk max. 3,4 m . Wij zijn zoals al eerder gezegd 3.25 m . Dan denk je toch wat zijn 15 cm nu eigelijk, zeker als er boven de camper ook nog een airco uitsteekt. Ja, jullie lezen het goed een airco…. alleen niet voor het dynamisch duo aangezien de airco alleen maar op stroom werkt. De coureurs worden toch maar verwend. Terug naar de 15 cm . Kilometers rijden en je afvragen waar dat kritieke punt is totdat Lars signaleert dat de bedrading boven de weg wel erg laag hing. Over een afstand van ongeveer 10 kilometer hingen de elektriciteitskabels van huis naar huis over de weg heen. Het ging allemaal goed. De camping lag dit keer naast de supermarkt Intermarche waar we tot nu toe nog de beste cakejes, repen, etc. hebben gevonden. Boodschappen doen is nu niet de leukste bezigheid en zeker niet als het ongeveer 1,5 uur duurt om weer naar buiten te kunnen komen door het gebrek aan kassadames. We hebben vandaag een kleine 140 kilometer afgelegd alvorens we wederom een paradijs voor de coureurs hebben gevonden. De camper staat opgesteld op ongeveer 10 meter van het zwembad en 10 meter van het tot nu toe meest luxueuze washuis. Het ontbreekt de coureurs aan niets zullen we maar zeggen. Het is weliswaar geen thuis, maar na 12 etappes maken we er op deze manier een beetje thuis van. Zoals we af en toe doen is er weer gezorgd voor wat lekker eten en is er weer een traktatie voor bij de koffie. Het weer was vandaag weer geweldig althans als je van warm weer houdt. De coureurs zullen in deze omstandigheden afzien maar wat dacht je van een paar uur in de warmte rondrijden, bijna twee uur in de koude supermarkt lopen en staan om vervolgens weer buiten te komen, tegen een muur van warmte aan te lopen en op het heetst van de dag het kampement weer op te slaan. Dit lijkt wel klagen, is het natuurlijk niet……. Ingrediënten zijn er natuurlijk wel voor stemmingswisselingen etc… Worden we stiller of gaan we al op de automatische piloot. De komende dagen zullen het uitwijzen. Vervolg heroïsch verhaal Anyway, samen met Rene wordt naar de voet van de col de Peyresourde gepeddeld, een eerste categorie col met een waardering van 4.8. Hij loopt mooi, maar als je slecht bent, loopt helemaal niets meer. Ik loop op (maximaal) drie cilinders en de turbo laat het door gebrek aan toeren volledig afweten. Het is voor zowel Rene als mijzelf met hangen en wurgen bovenkomen. Mentaal een loodzware klim. Op is op. Ik haal nog een verbaasde Wilco in (die zich wederom afvraagt waar we toch steeds weer vandaan komen) en ben in de laatste kilometers tegen beter weten in op zoek naar meer tandjes dan de 26 waar de ketting nu overheen wordt geleid. Als een gokverslaafde en zijn éénarmige bandiet duw ik diverse malen vergeefs en gefrustreerd tegen de rechterversnellingshendel. Meer tandjes, meer tandjes. Er zit niets meer in… Datzelfde geldt ook voor de bovenbenen en tussen de oren. Het is op voor vandaag. Jeroen heeft me dan uiteindelijk toch gesloopt (met af en toe wat hulp van Tom) en pakt me voor de eerste keer op een echte col tijdens een heroïsche dag. Mooie strijd. Wilco en Rene komen vlak na mij boven, maar ik heb mijn lege lichaam dan al naar beneden laten storten, de diepte van de Peyresourde in. Gelukkig is het nog slechts afdalen naar de prachtige 3-sterrencamping waar we alle vijf kort na elkaar aankomen en de verbrande calorieën weer aan kunnen vullen met worst op brood en “carb-booster” (guaranteed dope free). Zo kunnen we hopelijk weer opladen voor nog maar een loodzware Pyreneeën etappe van morgen, met 1x buitencategorie (de extreem zware Col de Menté), 2x 1 e en 1x 2 e categorie. Wat een feest. Tot slot nog even dit. Op papier lijkt dit een prachtige tocht en ook de dagverslagen laten vaak mooie zaken terugkomen. Maar hoe je het ook went of keert, dit is een loodzware tocht. Elke dag weer. Cheers, Sandor. Quote van de dag: “Heb je de bijsluiter gelezen?” “Wat? Uh, nee, leek me niet relevant”. “Neem om de twaalf uur één tablet. Hoeveel heb jij er genomen?” “Uh, twee in zes uur tijd”. Dit klonk beter dan vier in twee uur tijd (Birna Moore in gesprek met (DÉ) Tim Moore, na De Ventoux).
|